Hockey Session (Under 10s): HC Alphen JJ. Blok 2. Passen. Training 2.

Oefening 1

Organisatie:

• Flatsen en vrijlopen. 
• Speler B gaat vrijlopen achter het rode of blauwe poortje. Speler A flatst de bal naar speler B door het poortje heen waar die vrij staat. Speler B gaat nu de bal terugflatsen naar speler A door het andere poortje, waar de eerste bal dus niet doorheen is gegaan!
  Speler A loopt de cirkel in met de bal en flatst/slaat de bal op doel. 
• Bij C/D hetzelfde, alleen zie je daar de andere volgorde qua poortjes. Aan beide kanten kiezen speler zelf waar ze vrijlopen. 

Accenten:

• Flatsen. Zorg dat de speler: start met de handen uit elkaar (standaard hockeyhouding), dan de bal rechts schuin naar voren voor zichzelf neerlegt (zorg dat er ongeveer een sticklengte past tussen linkervoet en bal), door de knieen gaat, linkervoet voor en rechtervoet achter zet, handen bij elkaar doet, stick achter zich legt (op 6 uur op de klok gezien), stick als een tegengestelde klok naar de bal laat gaan, bal raakt en nawijst waar die naartoe moet. 

Differentiatie:

• Makkelijker: trainer bepaald achter welke pion speler B/D vrijloopt. 
• Moeilijker: Slaan ipv flatsen. Let erop bij het slaan dat de bal iets dichterbij de linkervoet ligt dan bij de flats. stick naar achter zwaaien en niet omhoog (stick mag niet boven de schouders)
• Moeilijker: maak er een 2 tegen 1 van: haal de pionnen weg en zet daarvoor in de plaats een verdediger. 

Oefening 3

Organisatie:

• Backhand pass na actie. Speler A loopt op met de bal, passeert de pionnen over links en passt met een backhandflats de bal naar B. B neemt de bal naar links aan en passt met een backhandflats naar C. C passeert de pionnen weer over links en versnelt langs de zijlijn. Vanaf de achterlijn passt C met een backhandflats terug naar B, die in de guard komt. B rond af met een backhand flats of -slag.
• Doordraaien van A naar B naar C naar A.

Accenten:

• Backhandflats: Bal aan de linkerkant naast je neerleggen, met rechterbeen naar de bal toe stappen, schouders in de richting waar je naartoe wil spelen, bolle kant op het kunstgras achter je leggen, flats beweging maken zodat de zijkant van de stick de bal raakt. Goed laag zitten!
• Backhandslag: Belangrijk om erop te letten dat de stick niet alleen van achter naar voren gaat, zoals bij de backhandflats, maar dat de spelers de stick eerst naar zich toe trekken, dan de stick langs kun linkeroor halen, dan de stick weer als naar beneden brengen voor de backhandslag. (Voor vragen hierover vraag de coordinator! 

Differentiatie:

• Makkelijker: Backhandpush ipv backhandflats
• Moeilijker:
  -Liftpass met backhandpush ipv backhandflats.
  -Backhand flats/slag met linkerbeen voor
  -Speler A verdediger laten worden na zijn pass zodat je 2 tegen 1 gaat spelen. 

Overzicht

Organisatie:

Accenten:

Differentiatie: