Albert Jan Vaartjes
Name: | Albert Jan Vaartjes |
---|---|
City: | Steenwijk |
Country: | Netherlands |
Membership: | Adult Member |
Sport: | Hockey |
See the guidance at the top of this page to understand why you are not seeing interactive Hockey images.
Organisatie:
Situatie 1: Bal start bij speler A buiten de 23, deze heeft een medespeler diep staan en één tegenstander. In het goal op de achterlijn staat een obstructie als 'keeper'. Oranje moet scoren van binnen de cirkel, blauw scoort van overal uit het veld op het goal op de 23 (zonder obstructie erin).
Als de 2:1 goed loopt, kan er zoals in situatie 2 bij B een tweede verdediger staan met bal. Als oranje scoort, of de beginnende verdediger komt in balbezit, dan mag deze speler in actie komen. Bij een doelpunt met de bal, anders zonder bal. Tijdens deze 2:2 moet blauw van buiten de cirkel scoren op het goal op de 23 (eventueel kan nu wel een obstructie geplaatst worden).
In beide situaties staan en er extra verdedigers klaar om snel door te kunnen draaien.
Accenten:
- voor de balbezitter: indien mogelijk direct een pass de cirkel in (je start immers net buiten de 23), anders de verdediger binden en je maatje aanspelen.
- bij omschakeling direct druk op de bal zetten door één speler en de andere rugdekking geven.
Differentiatie:
- in situatie 2 beginnen als 2:2
- middelste pionnenlijn weghalen en de oefening starten als 3:2 vervolgens 3:3, dit is dan eventueel ook nog te vervolgen met een 4:3 voor oranje.
- niet-balbezittende oranje speler naast de balbezitter laten beginnen
See the guidance at the top of this page to understand why you are not seeing interactive Hockey images.
Organisatie: Spel start bij speler A, deze neemt een vrije bal. Doel van speler A is om de bal bij één van zijn twee teamgenoten te krijgen, die diep staan opgesteld, om vervolgens met elkaar te scoren in het mini-goaltje (1) op de middenlijn. Dit is 1 punt waard.
Het grote goal (3) op de middenlijn mag gezien worden als een mid-mid die aangespeeld kan worden, als de tegenpartij deze 'weg naar huis' niet dichtzet, mag speler A uit de vrije bal op dit goal scoren en is dit 3 punten waard. Na de vrije bal situatie mag alleen nog op goal 1 gescoord worden.
Bij een goal van oranje, of balbezit van blauw, komt speler B in actie. Indien het een goal was, of de bal naast geschoten was, start deze speler zelf met de bal. Bij balbezit (verovering, overtreding, etc) start deze zonder bal voor een 3 vs. 3. Blauw scoort op het goal op de achterlijn (2), waar een obstructie ligt (half mini-goal bijv.)
Bij een doelpunt van blauw of oranje, of een bal over een achterlijn van het veld, brengt de trainer (T) een nieuwe bal in en gaat het spel door in omgekeerde richting.
Na deze laatste actie wisselen de teams van kanten start blauw bij A met de bal.
Accenten:
- bij balstart van A het liefst passerende pass of een 2:1 in de diepte uitspelen
- bij omschakelen van BB naar NBB direct druk op de bal door één speler, overige spelers geven mandekking
Differentiatie:
- spel starten als 2:2, dan 3:2 en uiteindelijk 3:3, waarbij de derde oranje speler op de achterlijn start.
- oranje een scoringsgebied geven voor goal 1 d.m.v. gele markers
See the guidance at the top of this page to understand why you are not seeing interactive Hockey images.
Organisatie:
Spel start bij speler A als vrije bal situatie. Team oranje kan op twee manieren scoren: op de mini-goals wanneer de bal binnen het scoringsgebied is (gele markers) voor één punt. Of op het grote goal op de middenlijn voor 3 punten, dit mag zolang de bal nog niet buiten de 23 is geweest. In het goal voor blauw ligt een obstructie als 'keeper'.
De focus in de beginsituatie ligt op dat oranje zo snel mogelijk moet uitverdedigen naar een opbouwende situatie.
Na een doelpunt brengt de trainer (T) een bal in voor de juiste partij en gaat het spel direct door. Verder worden vrije ballen gewoon genomen.
Accenten:
- bal zo snel mogelijk voorbij de eerste linie van tegenstanders krijgen (oranje), maar altijd de kom proberen gebruiken wanneer dit niet kan
- self-pass gebruiken
Differentiatie:
- twee spelers van oranje moeten continu in hun scorings gebied (dus achter de gele markers blijven), dit mogen wel telkens wisselende personen zijn. Zo valt blauw altijd in overtal aan en moet oranje in ondertal uitverdedigen.
- twee spelers worden 'kameleon' zij blijven in het scorings gebied bij de middenlijn. Oranje en blauw spelen elk met 4 spelers en bij een goal draait het spel om. Aanvallen richting het normale goal hebben dan twee extra spelers in de guard om aan te spelen, aanvallen richting de middenlijn twee extra 'diepe' spelers. Het goal van 3 punten komt dan te vervallen.
- het grote goal vervangen door kleine pionnen en de mini-goals verder naar voren leggen, zodat de partij op 3/4 veld plaats vindt. Beide teams kunnen dan eventueel worden uitgebreid met twee spelers, zodat er meer sprake is van opbouw na het uitverdedigen.
© Copyright 2022 Sport Session Planner Ltd.
Developed with Partnership Developers, a division of Kyosei Systems.
Animation Controls (PCs, Macs, Laptops):
Play animation
Play step-by-step
Repeat (toggle)
Full Screen
Pause
Stop
Back/Forward: Drag timeline button
Warming Up
Voor de oefening met bal en stick eerst warm lopen en rekken in beweging.
Organisatie:
Spelers starten met elk 2 ballen op de zijlijn (in het voorbeeld liggen ze er voor om te laten zien dat er twee ballen zijn), dus op de lijn van de rode pion. De pionnen liggen zo'n 5 meter uit elkaar.
Bij het fluitsignaal beginnen ze met een piramide-loop met hockeyballen: ze brengen de eerste bal op de lijn van de witte pion, dan halen ze hun tweede bal en brengen die naar blauw, dan halen ze de bal bij wit en brengen die naar oranje, als laatste halen ze de bal van blauw en brengen die ook naar oranje. De ballen moeten STIL liggen, voor de volgende gehaald mag worden.
Accenten:
- balcontrole bij drijven en stil leggen
- behendigheid in de draai
Differentiatie:
- afstand tussen pionnen groter
- dubbele piramide-loop, dus nadat beide ballen bij oranje zijn gebracht, start de oefening in omgekeerde volgorde naar de zijlijn.
- estafette variant: meerdere spelers in één team, waarbij elke speler een eigen bal heeft en deze telkens één pion verder moet brengen en iedere keer terug loopt naar rood. (Ook deze kun je dubbel doen in omgekeerde volgorde)
- i.p.v. met bal en stick, hebben de spelers één bal in de hand en leggen ze deze telkens neer, deze variant is ideaal om bijv. de draai te oefenen.